De Barmhartige Samaritaan.

Op één van die warme lentedagen, zat ik met mijn ochtendkoffie in de tuin te beslissen waar het veel te grote zwembad voor deze tuin, moest komen. Toen in de steeg achter het huis een kind enorm begon te schreeuwen om haar moeder.

Wetend van mijn afschrikgezicht bij kinderen, opende ik uiterst voorzichtig mijn tuindeur en zag een verwilderd, klein meisje in een te groot voetbalshirt aan alle deuren rammelen. Ze keek mij verschrikt aan, woog haar kans en keek nog eens om zich heen. Maar ik was echt de enige die reageerde op haar kreet voor help en ze zag al snel in dat ik haar enige optie was ooit nog op bekend terrein terug te keren. Dus koos ze eieren voor haar geld, pakte mijn hand en wachtte op de volgende stap. Het was nu duidelijk aan mij.

Samen liepen we de steeg uit. Wilde iemand haar vinden, moesten wij ons wel in open veld begeven, dus hup, de straat op. Ik hoopte op een ongeruste moeder om de hoek, maar helaas. We liepen eens links om, toen weer eens rechtsom. Naar het speeltuintje in de buurt. Een ander speeltuintje een stukje verder weg. En weer terug waar ik haar gevonden had. Het begon al aardig warm te worden en het kind liep nog op blote voeten ook.

Ondertussen had een buurmeisje zich bij ons aangesloten. Die deed enkele suggesties, want ze kende de buurt en waar opa’s en oma’s woonden, “Dit kind ken ik niet, dus ze is vast op bezoek”. Maar niemand herkende mijn vondeling. Om niet doelloos rond te lopen met het risico een zoekende ouder mis te lopen, bleef ik met haar op een centraal punt midden op straat staan. Het kind, nog steeds aan mijn hand, onderging het allemaal rustig. In het volste vertrouwen dat ik haar veilig zal afleveren. Wat dan weer enorm drukte op mijn verantwoordelijkheidsgevoel.

Langzaam werd ons groepje groter. Er kwamen andere kinderen bij, die vervolgens hun vaders er weer bij riepen. Het werd een soort van samenscholing. Iemand gooide een oproep in de Edendreef- en de Churchillappgroep (dat dat dus bestaat…) Ik werd er voor het gemak meteen lid van gemaakt, nummers werden uitgewisseld, sommigen gingen er gezellig bij zitten en bijna verwachtte ik iemand uit een schuur met een pot koffie en koekjes. “Of heb je liever iets sterkers? Welk nummer zit jij?? Hoelang wonen jullie hier al? Dat is een mooie uitbouw! Wat hebben wij toch mazzel met het weer.” In alle slap geouwehoer, zorgde ik er wel voor dat ik met het kind zichtbaar aan de buitenring stond. Je zou toch bijna vergeten waarom wij daar met z’n allen stonden.

Na een tijdje spotte ik in de verte een zoekende met zo’n zelfde shirt als het meisje. Op dat zelfde moment spotte hij in de verte een groepje keuvelende mensen met rond rennende kinderen en één in een bekend voetbalshirt. Ze werden herenigd. De groep op straat werd ontbonden en iedereen keerde huiswaarts.

Toen ik ons hek inging, stonden de twee pubers mij met grote ogen aan te kijken: “Waar kom jìj nou vandaan?” Ik vertelde van mijn goede daad en het enige wat ik kreeg, was een blik van top tot teen: “Zo? In je pyama?” Ik volgde hun blik. FAK!

Heb ik mij dus bijna een uur in het openbaar begeven in mijn slaaphemd. Met bijpassend hoofd, campingslippers en een smotsig kind aan de arm. Nu snap ik ook al die foto’s die werden gemaakt. Ik dacht voor in de groep, als herkenning voor de eventuele opa of oma. Mochten er foto’s voorbij komen op de Social Network, Yup, that’s me! De Samaritaan zonder bh……

Plaats een reactie